Samen met twee vriendinnen sta ik in het startvak. We praten wel, maar horen niet echt wat de ander zegt. Ik erger me dat het zo lang duurt voordat we een vak naar voren mogen. Ik heb veel teveel energie in me om hier nog tien minuten te moeten wachten, dus spring ik doelloos op en neer. Het is gelukkig een stralend blauwe lucht en lekker fris, dus beter kan het eigenlijk niet. Ik hoop zo dat het me gaat lukken om mijn streeftijd te halen. Ik denk aan de voorbereiding van het afgelopen half jaar. Daar kan het niet aan liggen. Waarom ben ik dan al drie dagen zo hyper en zenuwachtig?
Eindelijk mogen we naar voren. Uit de speakers bij de start klinkt lekkere loopmuziek, waardoor het nog moeilijker wordt om de laatste minuten te wachten. Eindelijk, het startschot. Rustig beginnen is moeilijk met de overdosis energie in mijn lijf. Toch lukt het me om lekker ontspannen van start te gaan. Al gauw splitsen ik en mijn vriendinnen ons op en zet ik m’n iPod aan, die ik speciaal voor de gelegenheid vol heb gezet met jaren ’90 muziek, voor de beats en het blije effect. De eerste kilometers gaat het super, ik haal veel in maar let erop dat m’n tempo niet te hoog is. Ik ben uitgerekend dat ik elke 5 km binnen 25 minuten moet lopen om op mijn streeftijd uit te komen. De eerste 5 klok ik in 24, dat gaat goed dus. Nu blijven volhouden en aan het einde nog wat gas bij en dan zijn we binnen.
Al gauw merk ik dat er een meisje bij me in de buurt loopt die exact hetzelfde tempo als ik heeft. Zij heeft mij ook opgemerkt en om beurten nemen we de leiding. Zij is lekker klein en kan makkelijk tussen twee lopers door sneaken om in te halen, terwijl ik loop de slalommen, stoepjes meepak en af en toe moet inhouden als de volledige weg geblokkeerd is met langzamere lopers. Het maakt niet uit hoe lang ik onderweg ben, het blijft continu druk, wat erg irritant is. Ook kilometer 10 kom ik in mijn gestelde tijd door maar ik begin een lichte vermoeidheid te tonen van het oplettende lopen door de drukte. Gelukkig is mijn kersverse loopmaatje af en toe een fijne haas. Ik ben vastbesloten om haar niet uit het oog te verliezen.
In de Indische buurt is de drukte echt het ergste, met een drankpost op het allersmalste stuk. Er klimmen zelfs lopers over het hek om lekker door te kunnen lopen. Het is voor mij de eerste keer dat ik hier meedoe, maar ik vind het echt de meest bizarre keuze voor een drankpost. Mijn irritatie zet ik gelukkig om in energie, want de weg onder de Wibautstraat komt eraan. Uit de oordopjes van m’n iPod knals Smack my bitch up van The Prodigy, wat me in één ruk onder de weg door lanceert. Tijdens de korte klim haal ik veel mensen in en zelfs mijn haas ben ik (tijdelijk) voorbij. Het Vondelpark is nu bijna in zicht. Ik kijk op mijn klokje en zie dat ik waarschijnlijk mijn doel wel ga halen. Niet te vroeg juichen, maar volhouden en niet verslappen nu.
Het Vondelpark ken ik op mijn duimpje omdat ik op een steenworp afstand ervan woon en er regelmatig train. Toch lijkt het erg lang deze keer, maar ik weet dat aan het einde bij de Amstelveenseweg mijn vriend en familie staan. Dan moet ik natuurlijk op mijn fitst eruit zien, dus ik probeer m’n laatste krachten in het park te sparen. In de bocht uit het park zet ik de laatste versnelling in en zwaai snel naar mijn supporters. Hun aanmoedigingen geven me extra kracht voor de laatste kilometer. Ik probeer m’n gedachten op nul te zetten en op de automatische piloot door te lopen. In mijn linkerschoen voel ik dat een plakkerig goedje zit snel verspreidt. Ik hoop dat mijn teennagel er niet helemaal af is na afloop, maar dat zie ik dan wel. Ik kan het stadion al zien maar wou dat ik er al was. Ik dwing mezelf nog wat extra gas te geven en pak in het stadion de binnenbocht langs nog een paar lopers. De finish. Ik lanceer mezelf in het eerste de beste hek dat ik zie en voel mijn bovenbenen verkrampen. Ik ben uitgeput en zie dat het bloed zelfs door m’n schoen heen is gekomen, maar als ik op m’n klokje kijk ben ik extreem gelukkig. 1’44’’17. Ik heb mijn doel gehaald en blij neem ik de medaille, poncho en sportdrankje in ontvangst. Ondanks de vermoeidheid kan ik maar één ding denken: ik wil nog een keer!
Reacties